Blog

Nieuwe wet tot bescherming van de VME tegen onredelijke bedingen in contracten

Op 21.03.2024 werd een nieuwe wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, strekkende tot bescherming van de VME tegen onredelijke bedingen in contracten.

 

Voortaan kan de VME ‘gedeeltelijk’ beschouwd worden als consument, hiermee kan de VME zich beter en sneller verweren tegen onredelijke contracten of clausules, sneller uit een stilzwijgende verlenging van een onderhoudscontract stappen of een eenzijdige prijsaanpassing (uitgezonderd een toegelaten indexatie) naast zich neerleggen.

 

Dit neemt niet weg dat een VME een entiteit met rechtspersoonlijkheid blijft, en daarmee een onderneming in de zin van art. 3.86 BW en art. I.1., 1° WER.  

Aan de bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank (art. 573 Ger.W.) en het toepasselijk bewijsrecht (art. 8.11 BW) verandert er dan ook niets.

 

Opdat sprake van het statuut van ‘gedeeltelijk’ consument, moeten minstens 75% van de aandelen in het gebouw verbonden zijn aan kavels die naar de statuten van het gebouw geen professionele bestemming hebben.

De andere gebouwen (VME’s waarvan meer dan 25% van de aandelen verbonden is aan kavels met een professionele bestemming) genieten ook van een nieuwe regelgeving, voor zover deze van toepassing is op contracten tussen ondernemers (zgn. b2b-bedingenleer).

 

Deze wet wordt concreet van toepassing vanaf 31.03.2024.

Aangezien er niet voorzien is in een overgangsregeling, geldt deze ook voor lopende contracten.